Gluten- & Suikervrije oliebollen
Jolijn zegt wel eens dat ik eigenwijs ben. Ik geef haar natuurlijk geen gelijk, maar ik heb geef wel toe dat ik soms moeite heb me te schikken naar sommige voorschriften van mijn foodieschap. Als ik dus door gluten, suiker en vlees in de ban te doen sommige dingen niet meer kan eten, dan leg ik me daar niet zomaar bij neer. Het liefst zoek ik manieren om mijn eten aan te passen aan mij, in plaats van andersom. En tadaa: glutenvrije, suikerloze oliebollen! Een oliebol is meer dan een hap vet met een galmende oudejaarsconference op de achtergrond. Of het verplichte tukje als kind om later op oudejaarsavond nog even naar het vuurwerk te mogen kijken. En zeker dan de Hollandse namaakfolklore van de gemiddelde oliebollenkraam. De kitscherige uitdossing van de kraam, met plastic Delfts blauwe tegeltjes en Nederlandse vlaggen is een marketingtruc om te benadrukken hoe Nederlands en winters oliebollen zijn. Niets veel mis mee, maar betekent het dat oliebollen per se vette suikerhappen moeten zijn? Ik weet dat tornen aan Nederlandse wintertradities gevoelig ligt bij veel mensen, maar wat mij betreft is verandering best oké. En als gezondere oliebollen met moerbeien in plaats van krenten je al te ver gaan, dan staat je nog wat te wachten met de suikervrije marsepein van Jolijn en onze workshop vegan kerstdiner! Glutenvrije Oliebollen Voor 8 tot 10 oliebollen 250 ml water 250 gram gezeefd boekweitmeel (gebruik speltmeel, als je geen probleem hebt met gluten, voor luchtigere oliebollen) 10 gram verse gist 1/2 banaan 1/2 cup zwarte moerbeien (gebruik goede zachte moerbeien) klein snufje zout Ontgeurde kokosolie om in te frituren Hak de moerbeien tot het formaat van krenten en doe ze in een bakje met drie eetlepels water. Laat ze even weken terwijl je het beslag maakt. Doe drie eetlepels water in een kommetje en los het gist erin op. Prak het halve banaantje erdoorheen. Doe het meel samen met het zout in een beslagkom. Maak een kuiltje in het meel en schenk daar het gistmengsel in. Meng de rest van het water beetje bij beetje terwijl je alles omschept. Mix het beslag verder met een staafmixer. Spoel de moerbeien af en roer ze er met de hand doorheen. Dek de beslagkom af met een schone theedoek en laat het beslag een minimaal anderhalf uur rijzen op een warme plek. Verhit een hoeveelheid kokosolie in een pan die diep genoeg is dat de oliebollen er niet de bodem in raken en liefst iets meer zodat de olie niet te veel afkoelt als je er beslag in doet. Schep met twee lepels een bolletje van het beslag en laat dat in de olie glijden. Herhaal dit tot de pan maximaal voor twee derde vol is, want de bollen moeten ruimte houden om te zwemmen. Frituur de oliebollen in 5 tot 8 minuten of tot ze goudkleurig zijn. Keer ze halverwege om. Schep de oliebollen met een schuimspaan uit het vet en laat ze op keukenpapier uitlekken. Serveer ze met wat ahornsiroop of dadelstroop.